Uitvoerings- en werkaanvang richtlijnen:
- Gevel schoonmaken en loszittende delen verwijderen en stof en vetvrij maken
- Indien nodig voorstrijkmiddel / bindmiddel gebruiken
- De lijmmortel mengen met schoon water volgens gebruiksaanwijzing op de zak in een kuip en deze even laten staan om te ‘acclimatiseren’
- Vervolgens breng je deze mortel met een lijmkam 10 mm volvlaks op de gevel aan
- Dezelfde mortel breng je ook goed met dezelfde lijmkam of kleiner aan op de BLUEDEC-deken en moet je goed aandrukken en volvlaks aanbrengen
- Het gebruik is ca. 8 kg/m2/beide zijden
- Ook deze beide ingestreken vlakken even laten ‘acclimatiseren’ (is maar heel even)
- Vervolgens breng je de platen aan op de muur en druk / klop je ze stevig aan en ‘richt’ je ze met rei en/of waterpas. Zorg dat de platen netjes, strak, en gelijkmatig worden aangebracht. Je moet ze in (half)steensverband / verspringend aanbrengen.
- Het ter plaatse op maat snijden kan met een scherp stanleymes. Gewoon een aantal keren rustig snijden door de harde toplaag.
- Op de naden verlijm je zekerheidshalve een 15 – 30 cm brede weefselgaasstrook beter is het om een heel weefselnet in te bedden
- Op hoeken van het gebouw, maar ook ter plaatse van ramen, deuren, etc. (alle sparingen) breng je het weefsel in vlag en wimpel aan, of zoals officieel voorgeschreven door de stucadoorsbranche c.q. kennis der vakwerkers.
- Dan de kunststof schotelpluggen aanbrengen 5 stuks per m2 of wat daarvoor staat. In voorgeboorde gaten (officieel moet het berekend worden per gevel maar 5 is een gemiddelde. Op de hoeken en op hoogte moeten er meer geplaatst worden).
- Dan breng je de 2e laag lijmmortel aan op de BLUEDEC en tegelijkertijd breng je het weefselgaas aan.
- Uiteraard rond alle ramen, deuren, sparingen, etc. etc. goedgekeurde en eersteklas afwerk stuc profielen gebruiken
- Vervolgens werk je het geheel af naar wens.
Weefselnet
Door mechanische krachten en thermische invloeden kunnen op een gevel scheuren ontstaan. Het weefselnet wordt gebruikt om dit te voorkomen. Het net moet in het buitendeel van de smeerlaag worden geplaatst.
Mechanische bevestiging
Mechanische bevestiging van de isolatieplaten met pluggen is op de buitengevel noodzakelijk. Op de binnengevel wordt het aanbevolen. Het mozaïekpatroon en het aantal stukken varieert afhankelijk van het type metselwerk, wind, gebied, gebouwhoogte etc. maar respecteert altijd minimaal 5 stuks per m2. De keuze van het juiste aantal wordt gebaseerd op de lengte en het type ondersteuning, het gebouw, de ligging en de hoogte. Laat u informeren. De lengte van de ankers hangt af van de verankeringsdiepte, de dikte van de oude pleister, de lijmdikte en de dikte van het isolatiemateriaal. Normaliter wordt bevestiging met kunststof schotelpluggen geadviseerd.
Voorbehandeling
Het gebruik van primer bereidt en uniformeert het oppervlak dat dan wordt bedekt met de eerste lijmmortel. Of en welke primer moet worden toegepast is ook afhankelijk van de ondergrond. Het wordt wel aanbevolen onregelmatigheden in kleur – als gevolg van verschillende reacties tussen de materialen en/of verschillende absorptiemogelijkheden – te voorkomen.
Met de eerste lijmmortellaag kunnen kleine(re) oneffenheden worden weggewerkt. Diepere oneffenheden eerst uitvlakken met daartoe goedgekeurde materialen.
Afwerking
Het systeem moet tegen weersinvloeden worden beschermd met (dikke-re) afwerklagen of verf. Mogelijke producten zijn silicaten, siliconen, acryl, vinyl, quartzen etc. We raden altijd aan producten van goede kwaliteit en een hoog ademend vermogen te gebruiken.