De warmteweerstand (R) van een materiaal is het temperatuur-isolerend vermogen van dat materiaal en wordt weergegeven in Rm. Hoe hoger de Rm-waarde, hoe beter het materiaal isoleert.
De warmteweerstand van een bouwconstructie wordt uitgedrukt in Rc. De Rc is de optelsom van de Rm-waarden van de verschillende materialen, vermeerderd met de overgangsweerstand van vrije lucht op het materiaal – zowel aan de buitenkant (extern) als binnen (intern).
Zo heeft een doorsnee gevel, gezien van buiten naar binnen: een buitenmuur, een luchtlaag van minimaal 2 cm (spouw) en een binnenmuur. Deze constructie heeft “van zichzelf” een Rc-waarde van opgeteld grofweg: de externe luchtovergangsweerstand op de buitenmuur (Re), de Rm van de buitenmuur, de lucht in de spouw, de Rm van de binnenmuur plus de luchtovergangsweerstand van de binnenmuur intern (Ri). Door de bank genomen is dit samen een Rc van 0,43.
Het huidig Bouwbesluit schrijft een Rc voor van 2,5 voor bestaande bouw en 4,5 voor nieuwbouw. Dat betekent dat voor bovengenoemd doorsnee constructie een extra Rc gevonden moet worden van ruim 2 voor bestaande bouw, en ruim 4 voor nieuwbouw en wel in de vorm van isolatie. Dat kan zowel aan de binnenkant als aan de buitenkant.
Ieder isolatiemateriaal heeft zijn eigen R-waarde, naast specifieke kenmerken als flexibiliteit, dampopenheid en mate van brandbaarheid. Meest toegepast in de huidige bouw zijn steenwol, glaswol, PIR en PUR. Steenwol levert een R-waarde van 2 bij een dikte van 7,5 cm. Heeft u daartoe niet (overal) voldoende ruimte dan kunt u dezelfde R-waarde behalen met Bluedec CH met een dikte van maar 2 cm. Een R-waarde wordt uitgedrukt in m2 K/W, wat zoveel betekent als de dikte van het materiaal in het kwadraat, maal de temperatuur (in °Kelvin), gedeeld door de energie die erdoorheen gaat (in Watt). Ook is de R-waarde uit te rekenen als de lambdawaarde (λ) bekend is. R = d/λ waarbij d de dikte in meters is.